We lezen het overal: "Zorg voor een goede werk-privébalans." Werkgevers prediken het. Zelfhulpboeken draaien erop. Politici beloven er beleid op te maken. Maar wie eerlijk is, weet dat het streven naar balans vaak voelt als jongleren met te veel ballen. Is de balans tussen werk en privé werkelijk haalbaar – of is het een geruststellend sprookje dat we onszelf blijven vertellen?
In een wereld waar alles 24/7 doordraait, vervaagt de grens tussen werk en vrije tijd. Mailtjes op zondagavond. Telefoontjes tijdens het avondeten. Deadlines die ‘gisteren’ af moesten zijn. Werknemers blijven ‘aan’, ook al zijn ze fysiek thuis. Dankzij smartphones en thuiswerktools is werk altijd binnen handbereik — en dat is precies het probleem.
De coronapandemie maakte thuiswerken mainstream. Aanvankelijk leek het de heilige graal voor balans: geen reistijd, flexibele planning, meer tijd voor het gezin. Maar wat bleek? Voor veel mensen vervaagde de scheiding juist volledig. De keukentafel werd een werkplek, Zoom-meetings vulden de avonduren, en ‘even offline zijn’ werd verdacht.
De vrijheid die thuiswerken belooft, blijkt alleen een voordeel als je duidelijke grenzen stelt — en dat lukt lang niet iedereen.
Een ander aspect dat vaak vergeten wordt, is de mentale belasting. Zelfs als je ‘vrij’ bent, voelt het werk dichtbij. De druk om te presteren, bereikbaar te zijn en verwachtingen te overtreffen blijft. Sociale media maken het niet makkelijker: daar lijkt iedereen productief, succesvol én ontspannen tegelijk. De vergelijking knaagt en het schuldgevoel groeit.
Ouders lopen misschien wel het meeste risico op het verlies van balans. Kinderopvang, schooltijden, zieke kinderen, oudergesprekken — en ondertussen moet je presteren op het werk. De samenleving verwacht van ouders dat ze werken alsof ze geen kinderen hebben, en kinderen opvoeden alsof ze geen werk hebben.
Werkgevers dragen een grote verantwoordelijkheid, maar nemen die lang niet altijd serieus. Vage slogans als “Werk waar en wanneer jij wilt” klinken mooi, maar bieden vaak geen structurele oplossingen. Echte balans vraagt om beleid: realistische werkdruk, heldere grenzen, flexibele werktijden én het goede voorbeeld van managers.
Balans betekent niet dat werk en privé elk 50% van je tijd innemen. Het betekent wél dat je zelf regie hebt over hoe je je tijd verdeelt, zonder schuldgevoel. Dat je weet wanneer je moet stoppen, durft te zeggen "nu even niet", en ruimte hebt voor herstel.
Misschien moeten we stoppen met het zoeken naar ‘perfecte’ balans, en beginnen met ‘bewuste’ balans. Balans is persoonlijk, tijdelijk, en veranderlijk. En ja: dat is oké.
Een gebalanceerd leven is geen mythe — maar ook geen vanzelfsprekendheid. Het vraagt inzet, moed en duidelijke keuzes. De samenleving mag dan harder draaien dan ooit, maar dat betekent niet dat wij dat ook moeten doen. Misschien begint echte balans bij de bereidheid om minder te doen.
Werk om te leven, of leef je om te werken? Het antwoord op die vraag bepaalt uiteindelijk je balans.
Om te reageren moet je ingelogd zijn. Log in of maak gratis een account aan.