Rijd je regelmatig op de snelweg, dan herken je het ongetwijfeld: het moment dat je een auto ziet aankomen op de invoegstrook, met een snelheid die eerder thuishoort op een woonerf dan op een weg waar 100 of 130 km/u gereden wordt. In plaats van vlot in te voegen en mee te gaan in het ritme van het verkeer, sukkelen veel automobilisten met een te lage snelheid richting de doorgaande rijbaan. Het gevolg? Remmen, uitwijken of zelfs gevaarlijke situaties waarbij jij moet anticiperen op hun gebrek aan verkeersinzicht.
En alsof dat nog niet frustrerend genoeg is: net op het moment dat jij besluit ze in te halen om het tempo erin te houden, trappen ze ineens wél het gaspedaal in. Je zit dan met een dilemma. Doorrijden en alsnog proberen in te halen, of weer terug naar de rechterrijstrook om opnieuw achter ze aan te hobbelen? Dat laatste komt helaas vaak voor. Het is niet alleen irritant – het is ronduit gevaarlijk.
Veel bestuurders lijken zich niet bewust van hun snelheid of van het effect van hun gedrag op anderen. Het invoegen op de snelweg is geen verrassing – er staan immers borden en strepen die het al tientallen meters aankondigen. Toch zie je dagelijks auto’s die pas op het laatste moment besluiten om iets aan hun snelheid te doen, vaak zonder richting aan te geven of zelfs maar een blik in de spiegel te werpen.
Daarnaast ontbreekt het bij sommigen aan basaal anticipatievermogen. Als jij ziet dat iemand je in wil halen, waarom zou je dan juist op dat moment gas bijgeven? Is het een soort machtsvertoon, of pure onoplettendheid?
Ook een bekende bron van ergernis: vrachtwagens die met een verschil van 2 à 3 km/u minutenlang naast elkaar rijden. Zeker in de spits zijn dit de stille veroorzakers van files. Eén vrachtwagen besluit in te halen, de ander wil net iets te veel tempo behouden, en het resultaat is een inhaalactie die niet alleen tergend traag verloopt, maar ook zorgt voor opstoppingen en frustratie bij andere weggebruikers.
De overheid heeft geprobeerd dit te beperken door inhaalverboden op bepaalde trajecten, maar het blijft een terugkerend fenomeen. En voor elke vrachtwagen die zich netjes aan het verbod houdt, zijn er weer anderen die het negeren of nét buiten het verbodsgebied hun kans grijpen.
Verkeerseducatie moet meer nadruk leggen op rijgedrag in de praktijk – niet alleen op theoretische kennis. Een herinvoering van ‘praktijklessen voor gevorderden’ of verplichte opfriscursussen zou geen gek idee zijn. Ook zou technologie kunnen helpen: bijvoorbeeld waarschuwingen in het dashboard of aangepaste rijhulpsystemen die wijzen op asociaal of inefficiënt rijgedrag.
Daarnaast kunnen matrixborden en slimme verkeerssystemen beter worden benut om invoegend verkeer actief te begeleiden, bijvoorbeeld met snelheidsadvies op basis van het verkeer op de hoofdrijbaan.
Iedereen heeft weleens een minder scherp moment achter het stuur, maar structureel slecht rijgedrag heeft echte gevolgen: frustratie, ongelukken, vertragingen en zelfs files die simpelweg voorkomen hadden kunnen worden. Met iets meer inzicht, anticipatie en wederzijds respect zou de snelwegervaring voor iedereen een stuk prettiger worden.
Wil je meer opiniestukken over verkeer, gedrag en mobiliteit?
Blijf op de hoogte van onze nieuwste publicaties en deel je mening in de reacties!
Om te reageren moet je ingelogd zijn. Log in of registreer.