Waarom jonge kinderen zo vroeg mogelijk op zwemles moeten: veiligheid eerst!

Waarom jonge kinderen zo vroeg mogelijk op zwemles moeten: veiligheid vóór alles

Het is geen vrolijk onderwerp, maar wel een noodzakelijke realiteit: kinderen die niet kunnen zwemmen, lopen serieuze risico’s. Waar schoolzwemmen vroeger voor veel kinderen het eerste contact met zwemles betekende, is dat tegenwoordig helaas niet meer vanzelfsprekend. Steeds meer gemeenten hebben het schoolzwemmen afgeschaft, en de verantwoordelijkheid ligt nu volledig bij ouders. Maar juist in een waterrijk land als Nederland – met zijn rivieren, grachten, meren, recreatieplassen én de Noordzee – is kunnen zwemmen geen luxe, maar noodzaak.

1. Zwemles redt levens

De meest voor de hand liggende reden om een kind op zwemles te doen, is veiligheid. Jaarlijks gebeuren er tientallen ongelukken met kinderen in en rond het water. In sommige gevallen met fatale afloop. Zwemles verkleint dit risico aanzienlijk.
Zelfs kinderen die nog niet volledig zelfstandig kunnen zwemmen, leren tijdens de lessen hoe ze zichzelf kunnen redden: bijvoorbeeld door op hun rug te drijven of zich aan de kant vast te grijpen. Dit heet watervrij zijn – en dat is al een levensreddende stap.

2. De ruige Noordzee: geen kalm kinderbadje

Veel mensen denken bij gevaarlijk water aan zwembaden of vijvers, maar de Noordzee is onvoorspelbaar en verraderlijk. In de zomermaanden zoeken gezinnen massaal verkoeling aan de kust, maar de stroming, golven en onverwachte dieptes maken de zee tot een gevaarlijke omgeving voor onervaren zwemmers. Zelfs volwassenen kunnen worden verrast door de kracht van de zee. Voor kinderen is dit risico nog groter.

Zonder een goede zwemvaardigheid kan een dagje strand eindigen in een nachtmerrie.

3. De onderschatte risico’s van moderne wildwaterbanen

Wat vaak over het hoofd wordt gezien, zijn de wildwaterbanen en stroomversnellingen in moderne zwembaden. Wat een leuk gezinsuitje lijkt, kan al snel gevaarlijk worden als een kind niet stevig genoeg in zijn schoenen staat – of beter gezegd: zijn zwembandje.

De kracht van het water, de gladde wanden, het geduw van andere bezoekers: allemaal factoren die voor jonge kinderen zonder zwemdiploma snel kunnen leiden tot paniek of gevaarlijke situaties. Zonder controle over hun eigen lichaam in het water kunnen ze meegesleurd worden en zichzelf niet meer redden.

4. Vroeg beginnen is beter dan laat genezen

Wacht niet tot je kind "er klaar voor is" of "wat ouder is". De meeste kinderen kunnen al vanaf 4 jaar beginnen met zwemles. Hoe jonger ze starten, hoe sneller ze vertrouwd raken met water.
Jonge kinderen leren bovendien spelenderwijs en zijn minder bang. Het gevolg: sneller resultaat, minder weerstand en meer plezier. En laten we eerlijk zijn: het is toch een geruststellende gedachte als je weet dat je kind zichzelf kan redden, waar het ook in het water belandt.

5. Zwemvaardigheid als basisvoorwaarde

Zwemmen is niet alleen een sport of een zomerse bezigheid – het is een basisvaardigheid, net als fietsen of leren lezen.

In een land als Nederland zou het eigenlijk verplicht moeten zijn dat elk kind voor zijn of haar 7e minimaal diploma A heeft. Sterker nog, pas met diploma C kunnen kinderen veilig deelnemen aan alle vormen van recreatief zwemmen, zoals op vakantie, schoolkampen of bij vriendjes met een zwembad.

Ouders: wacht niet op de school of de gemeente

Het is begrijpelijk dat zwemles geld kost, tijd vraagt en planning vergt. Maar het alternatief – een kind dat in een risicovolle situatie belandt zonder zwemvaardigheid – is simpelweg geen optie.

Nu schoolzwemmen verleden tijd is, ligt de verantwoordelijkheid bij jou als ouder. Gun je kind het vertrouwen, de veiligheid én de vrijheid die komt met zwemvaardigheid.

Zet je kind vandaag nog op zwemles. Je investeert niet alleen in veiligheid, maar ook in een levenslange vaardigheid.