We lachen er soms om, maken er memes over, en zoeken ‘troostvoer’ in tijden van stress. Maar de waarheid is simpel: iedereen heeft een zekere vetzucht in zich. Dat onweerstaanbare verlangen naar iets hartigs, vettigs – of het nu een zak chips, een portie friet is, een kaasplankje of een hamburger met extra saus. Maar waar komt die drang vandaan?
Om te begrijpen waarom vet en zout zo verleidelijk zijn, moeten we terug naar de tijd van de oermens. In een wereld zonder supermarkten en snackbars was voedsel schaars. Vet was een waardevolle energiebron, en zout was essentieel voor de werking van het lichaam. Ons brein leerde daarom: als je vet en zout tegenkomt, sla het dan vooral op. Die overlevingsdrang is nog steeds actief, ook al leven we inmiddels in een maatschappij van overvloed.
Vet en zout activeren het beloningssysteem in onze hersenen, waarbij dopamine vrijkomt – een stofje dat zorgt voor een gevoel van genot. Elke hap van een hartige snack is letterlijk een mini-beloningsshot.
De voedingsindustrie weet deze oerdrang haarfijn te bespelen. Ultrabewerkte producten zijn ontworpen om zo verslavend mogelijk te zijn. Chips die precies krokant genoeg zijn. Snacks met de perfecte balans tussen zout, vet en umami. Fastfoodketens die geuren verspreiden waar je moeilijk weerstand aan kunt bieden.
We leven niet meer in tijden van schaarste, maar onze hersenen zijn daar niet op aangepast. En dat maakt het moeilijk: ons lichaam schreeuwt om iets wat ons op de lange termijn ziek maakt.
Naast de evolutionaire component speelt ook emotie een grote rol. In tijden van stress, verveling of verdriet grijpen we naar vet voedsel. Niet omdat we honger hebben, maar omdat het tijdelijk de pijn verzacht. We noemen het troostvoer, comfort food – niet voor niets.
Het probleem is dat het effect van vet voedsel tijdelijk is. De dopaminepiek daalt weer, waarna je lichaam snakt naar een nieuwe 'hit'. Zo ontstaat een vicieuze cirkel: eten → beloning → craving → opnieuw eten. Op de lange termijn leidt dat tot overgewicht, metabole ziektes en psychische klachten. Maar in het moment zelf voelt het goed – en daar zit de angel.
We kunnen de oerdrang niet uitschakelen, maar wel leren begrijpen en beheersen. Door te weten waar die vetzucht vandaan komt, kunnen we er bewustere keuzes tegenover zetten. Het betekent niet dat je nooit meer iets hartigs mag – maar wel dat je jezelf kunt afvragen: heb ik echt honger, of zoek ik een beloning?
Het is een overblijfsel van een systeem dat ooit levens redde. Maar in een wereld vol verleidingen en overvloed wordt die oerdrang een valkuil. Alleen met kennis, bewustzijn en een gezondere omgeving kunnen we die eeuwige trek in vet in toom houden.
Om te reageren moet je ingelogd zijn. Log in of registreer.